Het woord komt tijdens de feestdagen heel vaak uit onze mond. ‘Gezelligheid’. Gezellige kerstdagen. Het gezellig maken. Maar wat betekent dat woord precies? Het is een flexibel exemplaar want ieder van ons geeft er zijn eigen betekenis aan en vult het anders in. De ene kan een heel povere kerst qua ‘menu’ hebben maar maakt het reuzegezellig doordat hij zijn beste vrienden uitnodigt en bij hen geborgenheid zoekt en vindt. Geen groots menu nodig dus, ‘biefstuk friet’ en een pintje volstaan om te klinken op het nieuwe jaar. De ander vindt het misschien pas gezellig als er én designkaarsen én oesters én dure champagne op tafel staan. En bovendien die oesters in perfect gemillimeterd neergezette borden liggen.
Gezelligheid vind je niet in dure decoratiespullen of interieuradvies van een veel te prijzige binnenhuisarchitect. Gezelligheid is home made. Geheim (familie)recept. Uniek in elke woning.
Gezelligheid wordt immers gemaakt door immateriële dingen. De humor aan tafel, de figuurlijke schouderklopjes, de warme knuffel. Het gevoel jezelf te kunnen zijn in dat olijke gezelschap. De geur van empathie en verbinding. Daar kan geen designkaars tegenop.