Je vrienden en familieleden hebben het ongetwijfeld al tegen jou gezegd. En jij tegen hen. ‘Niet verkeerd opnemen hé, maar…’, ‘Je moet niet naar mij luisteren, maar…’, ‘Het is enkel goedbedoeld advies dat ik je nu ga geven…’ Het zijn gekende, met de mantel der liefde goed uitgekozen introzinnetjes om nadien een scherp onderwerp aan te snijden. Het is zoals de Rode Kruis medewerker in het donorcentrum die je vriendelijk aankijkt met de woorden ‘Een kleine prik, niet schrikken…’ Of de schoonheidsspecialiste die je voorzichtig waarschuwt voor die verschrikkelijke hars die zo dadelijk van je wenkbrauwen wordt gerukt: ‘Niet verschieten, het gaat even pijn doen.’
Lieve woorden die nadien in het niets verbleken door wat er komen gaat. Een harde mening, goedbedoeld advies dat stevig binnenkomt. We willen onze medemens immers graag onze mening opdringen of hem bijstaan in grote en kleine keuzes. Maar vaak met een gekleurde mening. Eentje die blijft nazinderen, net als die harde hars, met stevige naweeën tot gevolg. Vaak staat het besluit van die ene vriendin of nonkel al vast en betekent jouw pleidooi enkel een snuifje zout in de wonde. Net zoals bij het bloed geven moet hij nadien dus even bekomen van jouw bloedeerlijke opgedrongen mening. Met een glas cola of een frisse Duvel…